Programmeren, je kan het niet vroeg genoeg leren!
Programmeren heeft me veel vaardigheden geleerd die me in het dagelijks leven ook van pas komen. Debuggen bijvoorbeeld, systematisch problemen opsporen, hypothesen vormen en toetsen, in de breedte en dan weer in de diepte naar oplossingen zoeken. Of het opsplitsen van problemen in kleinere behapbare stukjes (procedures), wat vooral bij het aanleren van fysieke vaardigheden van pas kan komen.
Iemand die dat ook vindt, en dat erg goed in een boekje opgeschreven heeft, is Seymour Papert in het boek ‘Mindstorms’ (De lego kit is daarnaar vernoemd). Hij vindt leren programmeren een uitstekende manier om kinderen zich meer bewust van het leerproces te maken, om ze tools te geven, zoals debuggen die ze ook in andere gebieden kunnen gebruiken. Een programma doet bijna altijd de eerste keer niet wat je wilt. Het is dan niet ‘FOUT’, maar moet gewoon gedebugged worden. Dat is een betere houding tegenover een probleem, dan de eenvoudige en intimiderende ‘GOED’ of ‘FOUT’ gedachte. Seymour Papert heeft speciaal voor kinderen een eenvoudige programmeertaal bedacht: LOGO. Deze taal was redelijk simpel van opzet, en kon eenvoudig uitgebreid worden. Seymour Papert voorzag een revolutie als kinderen eenmaal op die manier geleerd werd met computers om te gaan, in plaats van de zogenaamde ‘knoppencursussen’. Helaas! Zijn boek verscheen in 1980 en vandaag de dag is LOGO min of meer verloren gegaan en zijn knoppencursussen of overhoorspellen toch wat je voornamelijk ziet in het kindercomputeronderwijs.
Maar, er is een mooie nieuwe variant van LOGO. Het is ontwikkeld door MIT en heet Scratch. Kinderen kunnen in een grafische omgeving door het slepen van programmabouwsteentjes een programma schrijven en daarmee objecten manipuleren. Op die manier kunnen ze een kat laten dansen, maar ook een spel maken.
Mijn kinderen zijn er nog net wat te klein voor, maar te zijner tijd ga ik er zeker met ze achter zitten!
Tags: kinderen, logo, mindstorms, MIT, programmeren, scratch